Ademen maakt het eeuwige spel van de dualiteit duidelijk zichtbaar.
Het is niet mogelijk alleen in-of uit te ademen. Want de één kan niet
buiten de ander. Als je niet kunt inademen kun je ook niet uitademen.
Bij rebirthing is dit heel goed te zien, hier worden in-en uitademing
zichtbaar één geheel door het verbonden ademen. De inademing is een
uitzetting en de uitademing een samentrekking. Het uitzetten is het
veranderlijke, het samentrekken het blijvende. Het verleden dat niet
sterven wil, wordt gesymboliseerd door een onvolledige uitademing. Het
heden wat verandering brengt, wordt uitgedrukt door de inademing. In die
zin is ademen het spel van de symbolische vereniging tussen het
mannelijke –en vrouwelijke deel in jezelf. Het mannelijke deel in
jezelf vertegenwoordigt het vader-principe, de gevestigde orde, dat
vaak overeenkomt met een bepaald zelfbeeld. Dat wil zeggen vasthouden
aan het verleden door je naam, je familie, gewoontes en blokkades die je
voor jezelf opwerpt. Het vrouwelijke deel in jezelf vertegenwoordigt
het moeder-principe, wat verandering symboliseert. Dit kenmerkt zich
door grote bewegingen van uitgaande energie, wanneer je iets loslaat.
Maar uiteindelijk gaat het bij rebirthing toch om het spel tussen het
bewuste en onbewuste