Adem & Dood

De kloof tussen leven en dood is de ademhaling. Inademen staat gelijk aan leven. Uitademen komt overeen met sterven. Dit betekent overigens niet dat je op een zekere dag sterft. Nee, je gaat niet plotseling dood, want bij iedere uitademing sterf je steeds een klein beetje. Vandaar dat oude oosterse tradities de levensduur van iemand vaststelden in het aantal ademhalingen. Ze telden niet het aantal jaren, maar meten de duur van je leven naar het aantal ademhalingen. Hoe oud je was werd bepaald door het aantal ademhalingen die op dat moment in je leven gepasseerd waren. Men dacht ook dat wanneer je heel langzaam ademt, je heel lang leeft. En daar zit wat in, kijk maar naar een olifant, hij leeft lang, omdat hij langzaam ademt. Een hond daarentegen leeft kort, doordat hij snel ademt. Blijkbaar gaan langzaam ademen en lang leven hand in hand. Overigens kunnen we ons haast niet voorstellen dat als we doodgaan dit alleen komt omdat we niet meer ademen. We kunnen ons niet indenken dat door het stoppen van de ademhaling zo’n ingewikkeld proces als leven eenvoudigweg tot stilstand komt. Toch is dat zo, want wanneer we onze laatste adem uitblazen, wordt alles rustig en stil. Er ontstaat een ongekende stilte die gepaard gaat met een totale ontspanning, die we nooit zullen kennen zolang we nog leven