De manier waarop we ademen geeft aan in hoeverre we aanwezig zijn. Als we onze adem 'inhouden' zijn we niet aanwezig. Hierdoor missen we het diepere contact met het leven. We voelen ons een vreemde eend in de bijt, alsof het leven zich buiten ons afspeelt, alsof we er nauwelijks aan deelnemen. Wanneer we wel aanwezig zijn blijkt dat we dieper ademen. Hierdoor zijn we ons meer bewust van dat we leven. Want op dat moment ademt het leven in ons. Als we aanwezig zijn, ontstaan er ook geen pauzes tussen de in- en uitademing. We sluiten ons naadloos aan in iedere wending die het leven neemt. Onze ademhaling is een afspiegeling hoe we met het leven omgaan. Het bepaalt in grote mate hoe we ons verhouden met betrekking tot geven en nemen, vasthouden en loslaten. Iedere gedachte, gevoel en emotie drukken we uit in onze ademhaling. Houd je de adem in, dan doet iedereen om je heen hetzelfde. Kun je je adem vrijuit laten gaan dan ademt je omgeving ook moeiteloos. Omdat we allen met elkaar verbonden zijn